Dissociatie en PTSS

Recent verscheen er bij ons in de praktijk een dame die extreem dissocieerde. Er was op geen enkele wijze meer contact te maken. Een dissociatie kon bij haar wel een uur duren.  En dan ging ze er weer uit en vervolgens weer net zo snel erin.

Een hoge snelle ademhaling, haar ogen strak naar de grond gericht, als ik haar zachtjes aanraakte een heftige schrikreactie, onverstaanbare woorden, handen  die ze toestak  alsof ze geboeid moest worden. En als ik haar kon laten lopen om naar buiten te gaan dook ze weg in een hoekje. En bij ieder geluid op de gang paniek. 

Haar trauma’s en dissociaties waren zo bijzonder extreem dat we aan de waarheid begonnen te twijfelen. Kon je zo iets “spelen” ? Ja! Het lukte haar. Heel bijzonder… maar er speelde natuurlijk wel een en ander. Maar zo extreem en bijzonder dat je als behandelaar aan je zelf begint te twijfelen….

Voor ons reden te meer om het onderwerp “DISSOCIATIE” eens weer flink onder te loupe te nemen.  Over dissociatie bestaan immers nogal wat misverstanden:

  • Dissociatie is een duidelijk begrip
  • Dissociatie komt alleen of vooral voor bij PTSS
  • Dissociatie is pathologie
  • Je hebt geen invloed op dissociatie 
  • Dissociatie is gevaarlijk 
  • Bij dissociatie kun je geen traumagerichte behandeling doen
  • Als iemand dissocieert moet je actief ingrijpen 

Dissociatie is een overlevingsmechanisme die ons helpt om in moeilijke situaties te overleven. Eigenlijk is het dus iets heel nuttigs. Dissociatie valt onder paniekstoornissen. Wat in het geval van onze cliënt heel verklaarbaar was. Dissociatie is een lage staat van verlaagd bewustzijn. 

Maar ook is het een aangeleerd en instandhouden vermijdingsgedrag, een coping strategie. 

Maar dissociatie komt ook bij andere problemen voor zoals :

  • Depressie 
  • Verslaving 
  • Psychose
  • Eetstoornissen 
  • Conversie stoornis 
  • … 

Psychologische toestanden en processen geassocieerd met dissociatie:

Dissociatie EMDR traumabehandeling en PTSS

Dissociatie kan snel en automatisch optreden, bijvoorbeeld in levensbedreigende of zeer stressvolle situaties. Maar kan ook zelf worden opgeroepen en bekrachtigd. 

Dissociatie verdoofd immers de (heftige) gevoelens en dat kan immers (op de korte termijn) erg fijn zijn. Daarom kan dissociatie ook worden gebruikt door mensen om hun emoties te vermijden.

Wat zijn de oorzaken en functies van dissociatie?

Bij pijn zorgt het voor verdoving. Fysiek als je heftige pijn ervaart of verwondingen hebt. Wat je nogal eens ziet bij bv een ernstige ongeval.

Maar ook bij psychische pijn kunnen we in dissociatie gaan. Denk maar aan heftige emoties of trauma. Dit zien we veelvuldig bij seksueel misbruik. Het is een soort interne drug. Bij slaaptekort zien we ook diverse vormen van dissociatie, het zorgt er voor dat we door kunnen gaan met functioneren. Maar nog een andere oorzaak kan zijn dat je lang achter elkaar iets kunt doen op de automatische piloot. Zo verspil je weinig energie en kun je toch automatisch iets doen. Dit alles doet ons brein om simpelweg om te overleven. Het heeft dus een ultieme functie.

Wist je dat dieren heel sterk zijn in dissociëren ?

Uit wetenschappelijk studie blijkt immers dat vrouwelijke Libelles hun eigen dood in scène kunnen zetten?

 Vrouwtjes hebben een bijzondere tactiek om opdringerig mannetjes van zich af te schudden. Ze kunnen plotseling op de grond vallen en zich voor dood houden. Op deze manier kunnen insecten er in slagen om mannetjes te misleiden en gedwongen paring te voorkomen. En zo hebben meer dieren een overlevingsstrategie waarbij dissociatie een belangrijke rol speelt bij gevaar.

Bij dissociatie is er dus een discrepantie tussen de objectieve werkelijkheid en de subjectieve beleving. Wat heel vervelend is, is dat cliënten dat anders ervaren. En de behandelaar vaak de patiënt gelooft en er juist in mee gaat.

Mensen die dissociatie hebben het gevoel/ idee dat ze :

  • Zich niets kunnen herinneren 
  • Dat ze geen besef van tijd hebben 
  • Ze niet meer weten waar ze zijn
  • Ze denken dat ze geen controle hebben

Alleen blijkt uit wetenschappelijk onderzoeken dat dit niet klopt en alle bovenstaande dingen er wel zijn. In de praktijk roept als we dit benoemen vaak weerstand bij de cliënt op. We hebben dus meer invloed op dissociatie dan dat we denken.

Maar terugkomend op wat we bij dieren zien, kunnen we dus binnen 1 milliseconde terugkomen uit een dissociatie. Dus ja we kunnen stoppen  met dissociatie omdat het een aangeleerd respons is op negatieve emoties waar we in ons bewuste leven controle over hebben. In dissociatie zie je mensen altijd automatisch gedrag vertonen en nooit iets nieuws of moeilijks doen.  Je bent in dissociatie altijd alert. 

Het is dus een disfunctionele copingsstrategie want je hebt het gevoel er niets aan te kunnen doen maar dat heeft te maken met het feit dat het gewoontegedrag is geworden. Net als bijvoorbeeld nagelbijten, duim zuigen, roken etc.

Gewoontegedrag kun je je bewust van worden en een besluit nemen om er te mee willen stoppen. Je hebt hierin dus zelf een keus. Dat wil niet zeggen dat het makkelijk is, en het snel gaat. Dat is ook niet erg je hebt dit ook niet in 1x aangeleerd dus voor het afleren mag je ook de tijd nemen. 

Mensen die dissociëren zeggen zelf :

  • 93% zegt dat het emoties verzacht 
  • 87% zegt dat dissociatie een reactie is op negatieve emoties 
  • 60% zegt het te kunnen stoppen of er invloed op te hebben 
  • 92% zegt dissociatie beschermt me
Quote over dissociatie

Trauma behandeling is WEL mogelijk bij dissociatie 

EMDR therapie en exposure zijn de meeste effectieve behandel mogelijkheden voor mensen met dissociatie problemen. En is dus ook mogelijk bij deze groep mensen. Het is dan ook geen contra indicatie.  Met name exposure heeft een sterk emotie-regulerend  effect en is dus bij uitstek geschikt voor mensen met dissociatie klachten. Na een trauma behandeling is dissociatie niet meer functioneel al blijven veel mensen het nog wel doen. Alleen heeft het geen nut meer omdat het niet meer functioneel is, het gevaar is immers voorbij en afgenomen in het brein. We gaan dus in de behandeling het opheffen.

Wat doen we in de therapie bij dissociatie?

Als mensen tijdens de therapie steeds in dissociatie gaan kunnen we een aantal dingen doen. Als iemand continu in de therapie in dissociatie gaat kunnen we even tijdelijk het angstniveau verlagen maar zullen we toch zo spoedig mogelijk terug gaan naar de “echte angst”

Ook kun je persoon die in dissociatie is iets doen waar deze over na moet denken, dus iets wat niet in het automatisch systeem van iemand zit. Denk bijvoorbeeld aan achteruitlopen, met links laten schrijven of met een balletje gooien. 

Iemand in dissociatie kan alles gewoon waarnemen (al lijkt dat niet zo) dan hebben we het dus over horen, ruiken, voelen.

Het is niet gevaarlijk dus hoef je niet bang te zijn voor “gekke” dingen.  Vertel de persoon in dissociatie gewoon dat je even wacht. Ondertussen ga je gewoon even wat anders doen.  Dissociatie beschermt je de persoon is dus veilig. We hoeven dus niet overbezorgd te zijn en mee te gaan in het disfunctionele gedrag.

Ik vertel mijn cliënt altijd dat ze dissocieert omdat de angst/emoties te hoog zijn opgelopen en je nu angstig bent. Maar ik leg ook vooral de verantwoordelijkheid bij de cliënt zelf neer. “Doe wat je nodig bent om de dissociatie te stoppen. En op het moment dat je weer verder kunt laat je het maar weten.”  Bekrachtig vooral het gedrag niet, zodra ze er uit zijn kun je weer verder gaan. En dat doen we dan gewoon weer met de trauma behandeling.

In een 8 daags behandelprogramma verloor 68% de dissociatieve subtype. 

Wat vooral niet te doen bij dissociatie! 

Wat we vaak horen van mensen met dissociatie problemen is dat hun omgeving (maar ook behandelaars) er iemand proberen uit te helpen. Doe dit juist niet! Je helpt ze niet door bv dingen te laten opnoemen, of te vertellen waar ze zijn of dat ze veilig zijn. Dit houd juist dissociatie in stand. Laat de persoon in dissociatie werken en niet jij! Wees niet bang maar juist relaxt. Het is volkomen veilig en je hoeft niet in te grijpen. Je behandelaar zal dit tijdens de therapie ook niet doen. We labelen dit in de therapie in een warm bad als vermijding gedrag wat je kunt aanpassen. 

Als de persoon actief gaat helpen (door bv grondoefeningen ) geef je de boodschap dat dat nodig is. Dat ze het niet zelf zouden kunnen. Dat doen we dus niet, want dan bekrachtig je de disfunctionele cognities.

Deze info is van Drs Agnes van Minnen in de masterclass Dissociatie en PTSS van Psyflix 

\